Hoe kun je leren nederig te zijn? Door te merken hoe heerlijk het is wanneer je het bent. Als je het niet bent, kun je je het niet voorstellen. Je kunt er dus ook niet naar streven. Je bent het alleen soms, heel even. Als je dat merkt, als je dat signaal opvangt, uit een andere wereld, dan is het zaad voor iets heel anders gezaaid. Dan kun je, zonder ongeduld, zonder forceren, wachten (maar niet passief, niet hopend) tot het opnieuw opkomt, en sterker wordt. Maar het blijft uiterste kwetsbaarheid, het wordt nooit iets om te hebben.
Van zijn genieten, dat is nederigheid. het wonder van het bestaan zonder opgeschroefdheid of hysterie, zonder kunstmatig enthousiasme, in alle eenvoud zien. Verbazing over in de wereld zijn. Zien dat wat je weet geen echte warmte of veiligheid geeft, maar wel dat wat je niet kunt weten, niet hoeft te weten, niet wilt weten. Weten is herhaling, en nieuwe is beleefbaar omdat het niet geweten kan worden.
Ga de realiteit niet met je arsenaal van meetinstrumenten te lijf, om er macht over uit te oefenen. Dan wordt de realiteit een dood ding, dat uit cijfers bestaat. Zie een bloem, de roodheid binnenin je broodrooster, de groene kleur van je computerscherm, terwijl je bij je eigen huis naar binnen kijkt. Alles waar je gegevens aan ontleent, bestaat echt! Je kunt er op een totaal andere manier naar kijken. Als je er maar niets aan wilt verdienen, niets aan wilt overhouden.
Maar ja, dat blijkt gigantisch moeilijk, zo bang zijn we. We menen altijd alles voor verbetering van onze toekomst te moeten doen, al het andere lijkt waanzin, onverantwoord. Dat ons leven, onze nu-echtheid, daarmee verdwijnt, in denkprocessen wordt opgelost, daar stappen we moeiteloos overheen.
Het wordt leuk. Dit is onze reddingsboei, waaraan we ons vastklampen.