Puntsgewijs contact met de werkelijkheid: ieder contact dient meteen weer als startpunt voor een eindeloze gedachtenreeks door de ruimte.
Geloof in de wil
Geloof in de wil als vormende factor in je leven vermindert de belangstelling voor jezelf. Wanneer je toch op een bepaald moment die onafhankelijke wil kan inschakelen, zijn de psychische causaliteiten niet echt belangrijk meer. Iemand die een toverstaf bezit, zal voor de natuurkunde minder belangstelling hebben: hij kan die wetten ieder moment doorkruisen. De vrije wil is dus de vijand van de psychologie.
Eindeloze bron van misverstanden tussen ouders en kinderen.
‘Waarom kun je niet eens wat meer aan anderen denken?’
‘Wat netter zijn?’
‘Waarom maak je je studie nou niet af?’
Wanneer deze vragen in alle ernst, als werkelijke vragen gesteld zouden worden, met andere woorden wanneer er belangstelling voor de diepere, de echte oorzaken zou zijn, zouden ze de situatie kunnen verbeteren. Maar ze zijn nauwelijks ooit bedoeld als uitnodiging om die oorzaken gezamenlijk en ernstig op te sporen.
De bedoeling van die vragen is: schakel nu je wil in, verman jezelf, en doe he teven. Ik help je met mijn wil. Wil het desnoods omdat ik het wil. Dat dat allang gebleken is niet te werken, vermeerdert de wanhoop van de ouder, waardoor hij nog minder geneigd is om naar de werkelijke oorzaken te zoeken. Bovendien is zijn trots gekwetst.
Uit elkaar
Beter uit elkaar dan zonder echt contact bij elkaar. Echt contact is geen kwestie van meer of minder. Het is er of het is er niet, met de partner, kind of buschauffeur. We zijn bunkers die schieten of we zetten de deuren open.
Veel narigheid kan een blessing in disguise, een zegen in vermomming zijn. Bach keerde terug van een lange reis. Tijdens zijn afwezigheid waren een kind en zijn vrouw overleden. Zijn gebed: ‘Heer, maak dat ik mijn vreugde niet verlies’. Wat moderner geformuleerd: ‘Maak dat ik mijn verdriet niet omzet in verbittering’. Iets verstandigers kun je niet wensen, lijkt me.
Het Oude China
Waarin bestond de wijsheid van het Oude China? Wat wisten die mensen wat wij niet weten? (Vertel het ons even, dan weten wij het ook. Eerlijk gezegd denk ik dat die ‘wijsheid’ wel niet veel om het lijf zal hebben, anders hadden we er immers allang ons voordeel mee gedaan).
Het is geen kwestie van weten. Het gaat om de rol die het denken speelt in de omgang met de realiteit.
‘Jezelf zijn’
‘Jezelf zijn’: in de actuele situatie aanwezig zijn, geen gedachtengangen ontwikkelen om eraan te ontsnappen. Dus geen zelf bedenken, met allerlei fraaie of sombere vooruitzichten. In het nu heb je geen zelf nodig. In verleden & toekomst ben je voor 100% bedenksel.
Zelfverbetering
(…) Iedereen kan trouwens de logica van zelfverbeteringsplannen wel zelf zien. Als ik nog diezelfde mens ben, die besluit dat het in de toekomst anders zal moeten, zal ik in vergelijkbare situaties toch weer hetzelfde doen, mij hoogstens uiterlijk wat wijzigingen opleggen, die de kern, de onbedenkbare substantie niet raken. Alleen als ik door het inzicht veranderd ben, zal ik iets werkelijke anders doen, en wel zonder speciale inspanning.
29
Er zijn mensen
die zijn van alles met de wereld van plan.
En ze doen het nog ook!
Ik zie dat dat tot niets leidt:
het brein is voor het zijn te klein.
Wie vol is van hoe ’t worden moet
heeft geen ruimte voor wat is,
wie van zijn wil het heil verwacht
wandelt in duisternis.
Kijk toch naar de mensen
ze doen het niet slecht.
Die hier is de meester,
die daar is de knecht.
Zij hijgt door haar mond
en hij snuift door zijn neus.
Daar huppelt een dwerg
en daar struikelt een reus.
Daarom voldoet de levende
aan verbetering niet zijn tijd.
Wat hij de wereld te bieden heeft?
Warmte en simpelheid.
12
Alle vijf kleuren tegelijk
zijn niet bepaald harmonisch.
Alle vijf tonen door elkaar
dat wordt wat kakofonisch.
Zuur, zoet en bitter, scherp en zout
bederven nog de beste bout.
Het ideaal is miljonair?
Dat eindigt op intensive care.
Een collectie schatten om je heen
blijkt, hoe mooi ook, een blok aan ‘t been.
Daarom bezit de levende
het liefst een volle maag.
De jacht op de franje van ‘t bestaan
gunt hij een ander graag.
11
Met dertig spaken draait het wiel
rondom dat ene gat.
Dit samenspel van stof en leegte,
ach, hoe wonderlijk is dat!
Aanschouw het vaatwerk dat we hebben,
de wanden zijn gemaakt van klei,
maar aan zijn innerlijke leegte
dankt het zijn nut als kookgerei.
De muur van ‘t huis biedt ons beschutting,
zijn dichtheid, daar geniet ik van;
maar niet-muur is toch ook onmisbaar:
een raam of deur die open kan.
Zo zien we:
Datgene wat je open laat
Geeft zin aan ‘t feit dat je bestaat.
9
Probeer het niet volmaakt te maken,
een kunst is ook: ‘t werk tijdig staken.
Nog een haaltje hier, een veegje daar –
Moet ‘t eeuwig mee soms? Klaar is klaar.
Ook het voltooide conserveren
kan iemand angst en starheid leren.
Wie denkt: ‘Ik ben wat ik bereik’,
is heel wat beter af als lijk.
Jezelf niet aan ‘t gedane binden,
dat is het pad des hemels vinden.