in Geschriften

Ruilen

Het leven valt me soms ontzettend zwaar. Niet te tillen. Wie dat toegeeft, stelt het kostbaarste wat hij heeft, zijn benijdenswaardigheid, in de waagschaal. Is de waarde van het ik, mijn waarde, niet gelijk aan de verkoopbaarheid van mijn leven? Een zwaartillend leven raak ik aan de straatstenen niet kwijt.

Maar ik bedoelde het zo-even niet vergelijkend. Ik wil met niemand ruilen. O, o. Is dat wel waar? Hoe kan ik dat beoordelen? Ben ik toevallig toch het beste af van alle mensen? Moet ik dat geloven? En wat zou dat inhouden: ‘met iemand ruilen’? Wat neem ik over? Zijn huis, zijn vrouw, zijn ideeën, zijn uiterlijk? Alles? Wat is er dan ‘geruild’? Pas als ik iets uit mijn oude leven mee mag nemen, verandert er iets. Maar dan is het zijn leven niet meer, dat ik leef en beoordeel, maar mijn leven (met mijn ideeën) in zijn omstandigheden (huis, vrouw, werk). Dus iets totaal anders.

Dus laat ik niet meer zeggen: ‘Ik wil met niemand ruilen’. Het betekent niets. En omdat dit zo’n prachtig soort inzicht is, typisch Henk, wil ik met niemand ruilen.